Bouwkosten stijgen: ga dus niet ‘all-in’ met je ontwerp

Mensink deelde een licht verontrustende blog over ontwikkelingen op de (wereld)markt van bouwmaterialen. Prijzen zitten in de lift. En flink ook. Wat betekent dat voor jou als je nu plannen maakt voor een nieuwe woning of verbouwing? Onzekerheid! Het advies: zoek de grenzen niet op en reserveer budget voor eventuele prijsstijgingen.

Panlatten worden bij elke bouw gebruikt door aannemers. De prijs voor die panlatten is de afgelopen periode verdubbeld. Eerst kostte een strekkende meter panlat minder dan dertig eurocent, inmiddels kost diezelfde meter vurenhout meer dan zestig eurocent. Dergelijke stijgingen zijn ook van toepassing op andere materialen, zoals plaatmateriaal, isolatie en staal.

Budget verdelen

In mijn stappenplan beschrijf ik richtlijnen om je budget te verdelen. De vuistregel is: de helft van je geld gaat naar bouwkosten. Stel, je totale budget is acht ton, dan zou je vier ton moeten reserveren voor de aannemer die je huis straks bouwt. (De andere helft is voor de grond en vaste kosten, zoals terreinverharding en tuin en ontwerpkosten.)

De som die je betaalt aan de aannemer, zo lezen we in de blog van Mensink, is voor ongeveer dertig procent terug te voeren op inkoop van bouwmaterialen. Worden die bouwmaterialen een keer zo duur, dan stijgt de prijs van een woning dus met ongeveer vijftien procent. Een woning die eerst 400.000 euro kostte, kost met een beetje pech straks 462.000 euro.

Voorspellingen

Wat betekent het voor jou en mij in het ontwerptraject? Dat voorzichtigheid geboden is. Ontwikkelingen gaan zo snel, dat ik niet langer kan inschatten wat er over een half jaar gerealiseerd kan worden met 400.000 euro. Bouwbedrijven zelf weten dat ook niet, omdat leveranciers geen voorspellingen (kunnen) doen. Elk bouwbedrijf zal er anders mee om gaan.

Het goede nieuws: zoveel mogelijk kubieke meters zijn geen voorwaarde om een fijne plek te creëren.

Mensink rekent woningen uit op basis van actuele prijzen, maar gaat opnieuw in gesprek met opdrachtgevers over bouwkosten zodra de bouw begint. 

Mensink’s verklaring:

‘We kunnen nu als een gek bouwmaterialen gaan hamsteren om ons te verzekeren van panlatten die 62 eurocent kosten, maar dan hebben we onze schuur straks vol liggen met panlatten. Willen we niet. We kunnen er ook voor kiezen om voor de woningen die we nu uitrekenen uit te gaan van het slechts mogelijke scenario denkbaar tegen de tijd dat we starten met de bouw. Doen we ook niet. Waar wij voor kiezen: we rekenen de woningen voor onze opdrachtgevers uit op basis van de materiaalkosten die vandaag gelden met daarbij de kanttekening dat we later – wanneer de bouw start – nog eens in gesprek gaan over materiaalkosten. Dat vinden wij de meest eerlijke oplossing, voor onszelf en voor jou.’

Waar deze ontwikkeling op neer komt is dit: de stelregel dat je vijftig procent van je budget moet reserveren voor bouwkosten geldt nog steeds, maar wat je met die helft kan bouwen is onzeker. Op basis van het huidige prijsniveau kan ik je adviseren, maar ik weet niet wat het prijsniveau is tegen de tijd dat een aannemer start met de bouw van jouw woning. Daarom adviseer ik mijn opdrachtgevers om budget te reserveren. Het goede nieuws: zoveel mogelijk kubieke meters zijn geen voorwaarde om een fijne plek te creëren.