Huis ontwerpen? Luister naar elkaar!

In mijn boekje ‘In 8 stappen naar een huis dat past bij jou’ beschrijf ik vijf gouden regels. Regel drie: luister naar elkaar. Deze regel wil ik graag met bladgoud omranden, omdat ‘ie zo belangrijk is. Wie regel drie niet serieus neemt komt namelijk nooit tot een passende woning.

Op het moment van schrijven is de verbouwing van onze woonboerderij, waarvan ik op mijn Facebook-kanaal regelmatig iets laat zien, in de afrondende fase. Mijn vrouw Saskia en ik wilden een upgrade van onze keuken en bovenverdieping en die upgrade is bijna af. Twee mensen, twee wensen, één eindresultaat. Daar ligt een gevaar op de loer. Een gevaar dat ik zelf maar net op tijd heb ontweken.

Sámenwerken

Ik ben ontwerper, het is mijn dagelijkse werk. Ik denk dan ook dat ik snap wat er moet gebeuren om onze wensen – meer ruimte in de keuken, meer verbinding met het landschap, een modernere uitstraling – te realiseren. Het gevaar daarbij is dat ik voorbij loop aan Saskia’s zienswijze. Ik had al wat lijnen en cirkels getekend toen ik me realiseerde: we gaan het samen doen. ‘Wat zou jij willen en waarom?’ vroeg ik op een zondagmiddag aan Saskia. Op mijn computer stond al een conceptontwerp, maar voor ons lag een leeg vel papier.

Uit het gesprek bleek onder meer dat Saskia het op prijs zou stellen als mijn bezoek voortaan minder in ons privé domein komt, bijvoorbeeld voor een toiletbezoek. Ik had daar voor mijn gevoel iets op bedacht door het toilet van de aan het kantoor grenzende wellnessruimte beschikbaar te maken voor bezoek, maar Saskia zei terecht: ‘Dat is óók privé domein.’ Een terecht punt, maar ik had het me nog niet gerealiseerd.

 

Stel los van elkaar een wensenlijst op. Wat vind ik mooi, wat vind ik lelijk? Bedenk dat eerst zelf, voordat je het met elkaar bespreekt.

Onevenwichtige inbreng

Het inzicht kwam precies op tijd, want nu de bouw bijna klaar is concludeer ik tevreden dat hetgeen ontstaat voelt als iets van ons samen. (In het uiteindelijke ontwerp is er een nieuwe wc gekomen tussen onze hal en mijn kantoor in.) Tijdens de bouw lopen we een paar keer per week door het huis om te kijken wat de vakmannen hebben gedaan en of dat naar tevredenheid van ons beiden is. Conclusie: ja, we worden er hartstikke blij van. Allebei. En dat is wat je uiteindelijk wilt.

Want ik zie het nog vaak genoeg; stellen waarbij de een dicteert en de ander stil in een hoekje zit. Het gevaar dat dan op de loer ligt: een huis waarin de een zich heel prettig voelt en waarin de wensen van de ander niet tot uiting zijn gekomen. Als ontwerper zie ik het als mijn taak om voor dit soort situaties te waken. Soms zeg ik letterlijk tegen de persoon die zich meer laat gelden: ‘Als je blijft dicteren ga ik je negeren.’ Een keer heb ik de stekker zelfs uit het ontwerpproces getrokken omdat het me niet lukte om de onevenwichtige inbreng te doorbreken.

Een huis waarin iedereen zich prettig voelt

Natuurlijk ligt er ook een taak voor jullie zelf. Wees je van bovenstaande bewust. Wat helpt: stel los van elkaar een wensenlijst op. Wat vind ik mooi, wat vind ik lelijk? Bedenk dat eerst zelf, voordat je het met elkaar bespreekt. Dat zorgt a) voor meer ideeën en b) je voorkomt dat iemand de overhand krijgt. Tot slot deze tip: merk je dat het lastig is om te zorgen voor een evenwichtige inbreng? Benoem dit dan, naar elkaar, maar zeker ook naar mij. Samen zorgen we ervoor dat het definitieve ontwerp leidt tot een huis waarin alle bewoners zich prettig voelen.