Van Zevenhuizen naar Lettele: Marc en Ellen over hun stap naar het oosten

Marc en Ellen Vriens wonen in Zevenhuizen, onder de rook van Rotterdam. Nog wel. Volgende maand betrekken ze de schuurwoning die nu wordt gebouwd op een voormalig boerenerf in Lettele. Een bewuste keuze, zo leggen ze uit. ‘De rust, buiten zijn, rommelen, knoeien in de tuin, beestjes: ik heb dit altijd gewild.’

Van de Randstad naar de periferie, vanwaar deze stap?

Ellen: ‘We wilden ruimte, maar grond in de Randstad wordt duur verkocht. Voor de normale man is het nauwelijks mogelijk. We hebben onder meer in Nesselande gekeken, vlakbij Rotterdam. De kavels kosten er 575 euro per vierkante meter en je zit er dicht op elkaar. Dat is heel veel geld voor heel weinig vrijheid.’

Marc: ‘In 2011 kochten we een huis in Duitsland, in Sauerland. Het plan was om daar naartoe te verhuizen, maar door veranderingen op werkgebied was dat toch niet mogelijk. Ik werk vanuit huis maar reis door heel Europa, Ellen gaat straks twee dagen per week naar haar werk in Rotterdam. Met dat gegeven zitten we prima in Oost-Nederland. Zowel Schiphol als Rotterdam zijn prima bereikbaar vanaf station Deventer, waar we vlakbij wonen.’

Hoe reageerde jullie omgeving?

Marc: ‘Sommigen begrijpen het absoluut niet en zeggen: “Je bent daar van God en alles verlaten.” Dat zijn de stadse vrienden, die graag mensen en drukte om zich heen willen. Wij hebben dat minder. Daarbij: we wonen straks een kwartier van de A1 af. Zevenhuizen Lettele is anderhalf uur in de auto. Waar praten we over?’

Ellen: ‘Er zijn ook vrienden die het leuk vinden. Mijn familie is heel geïnteresseerd in wat we neerzetten. Zij zijn altijd de hort op, dus voor hen is het niet zo spannend.

Hoe is het ontwerp voor jullie huis tot stand gekomen?

Ellen: ‘We wilden een boswoning bouwen.’
Marc: ‘Met overstekken. We kwamen bij Marten uit via onze makelaar. We vinden het belangrijk om de lokale economie te steunen en hebben dus geen seconde getwijfeld. Onze vloer bestellen we bij Oosterwechel, de keuken bij Keukenland Wijhe, de tegels bij Tegelhuys, en zo verder. Mensen uit de omgeving weten waar ze over praten en wat hier past.’
Ellen: ‘Het uiteindelijke ontwerp is meer een schuurwoning dan een boswoning, maar we hebben ons te houden aan het beeldkwaliteitsplan. Dat is de keerzijde van rood voor rood, de vorm is al bepaald. Gelukkig wist Marten er veel vanaf en zijn we gekomen tot een ontwerp dat bij ons past binnen de gestelde kaders.’
Marc: ‘Tijdens het ontwerpproces merkte ik dat ik een hele stadse manier van kijken had. Ik wilde bijvoorbeeld een zuidgerichte achtertuin, maar als je tienduizend vierkante meter hebt maakt dat ineens niet meer uit. Het hele idee voor een voor- en achterkant kun je loslaten. Het duurde even voordat ik het doorhad. Nog zo’n stadse gedachte: geen inkijk en een goed beveiligde ingang. Maar wat als er nauwelijks mensen passeren?’
Ellen: ‘Je moet om je huis heen kunnen kijken. Dat konden we niet zo goed.’

Tijdens het ontwerpproces merkte ik dat ik een hele stadse manier van kijken had. Ik wilde bijvoorbeeld een zuidgerichte achtertuin, maar wat als je tienduizend vierkante meter hebt?

Wat zal wennen worden als jullie er straks wonen?

Marc: ‘De duisternis. We komen uit een omgeving met veel lichtvervuiling. Echt donker is het hier nooit. Vanuit Duitsland weten we dat dat ook anders kan. Ik ben ook benieuwd hoe het reizen ons gaat bevallen. Ellen regelmatig naar Rotterdam, ik naar Schiphol – dat moeten we ervaren.’
Ellen: ‘Marc is iemand die zelfvoorzienend wil zijn, terwijl het in een landelijke omgeving gebruikelijk is om elkaar te helpen. De een heeft machine X, de ander heeft machine Y. Je helpt elkaar. Ik ben benieuwd hoe dat zal gaan.’
Marc: ‘Ik zie dat niet als een probleem. Maar het klopt wat Ellen zegt: ik wil graag mijn eigen grasmaaier en kettingzaag hebben.’
Ellen: ‘Om een voorbeeld te geven: we hebben alvast een boomgaard aangelegd. Het is een droog stuk grond, dus we kregen de tip om de buurman om hulp te vragen. Hij heeft een grote watertank. Maar Marc…’
Marc: ‘Ik ben bezig om een eigen bron te slaan, zodat ik straks zelf water heb. Dat zit een beetje in mij.’

Weten jullie wat noaberschap is?

Marc: ‘Burenhulp. Ik denk persoonlijk dat ik degene ben die anderen veel zal helpen. Geven vind ik geen probleem. Zelf vragen, dat is nog een ding.’

Waar kijken jullie het meeste naar uit?

Ellen: ‘De rust. Lekker buiten zijn. Rommelen. Een paar kippen houden. Knoeien in de tuin. Beestjes. De wijdsheid ervaren. Ik heb het altijd gewild, maar nooit eerder de mogelijkheid gehad.’

Marc: ‘We waren het gewend om te pendelen tussen twee huizen – Sauerland en Zevenhuizen. Dat doen we nu weer, omdat we regelmatig gaan kijken in Lettele. Straks is dat voorbij en hebben we één plek. En wat voor een.’